Een waargebeurde mini-crimi - Place Clichy Parijs in het jaar 1937, het verhaal van de valse valsemunter…
Afbeelding Numista - fr.numista.com |
Louis Jeunet is wat je bij ons een huisjesmelker zou noemen, in het Parijs tussen de twee wereldoorlogen noemde men dat een ‘marchand de sommeil’. Hij is de eigenaar van een typische Parijs immeuble van vijf verdiepingen op Place Clichy. Hij verdeelt dat gebouw in vele piepkleine appartementjes die gemeubeld worden verhuurd zonder enige vorm van comfort, toilet, keuken of badkamer. De kalk valt van de muren, de schimmel verspreidt zich… de bewoners, huurders van deze ‘appartementen’ zijn arme drommels die blij zijn dat ze toch dit hebben kunnen vinden maar zich niets duurder kunnen permitteren. Hijzelf woont trouwens op de benedenverdieping en zijn appartement is amper beter dan dat van zijn huurders. Maar Louis verdient natuurlijk goed geld met zijn immeuble.
Op een dag komt de buurvrouw van Louis, madame Lucienne Lefevre
die net zoals Louis een immeuble bezit en dat ook verhuurd op dezelfde manier als
Louis, hem vertellen dat er op de vierde verdieping ’s nachts altijd licht
blijft branden en de man die er woont loopt de hele nacht rond alsof hij aan
het werk is. Madame Lucienne heeft haar werk goed gedaan want ze weet precies
om hoe laat de huurder elke nacht aankomt, om 23h gaat het licht aan en om 5u45
gaat het licht terug uit en verlaat die man het pand. Het is toch vreemd, zegt
de buurvrouw, dat hij de hele nacht niet slaapt en dat hij de hele nacht werkt.
Het gaat over het appartement van een zekere monsieur Vincenzo, een van de
modelhuurders die maand na maand zijn huur betaald nog voor de eerste of de vijftiende
van de maand voorbij is. Er zijn nooit problemen met mr Vincenzo… De buurvrouw
zegt dat hij toch moet gaan kijken, dat de man van de vierde verdieping
vermoedelijk een terrorist is… We zijn in 1937, een woelige periode in
Frankrijk en Parijs, de socialisten, communisten, de Franse
ultra-nationalisten, de liga’s van de koning, de opkomende fascisten, … het
zijn allemaal groeperingen die van zich laten spreken en liefst met groot
geweld en bomaanslagen.
En Louis Jeunet begint Mr Vincenzo op een andere manier te
bekijken. Het nette mannetje met een Italiaanse naam, zou het een agent van
Mussolini zijn? En waarom betaalt hij altijd stipt zijn huur, om met rust
gelaten te worden? Hij woont in een bijna onbewoonbaar appartementje maar heeft
toch blijkbaar geld genoeg om elke maand te betalen. En waarom slaapt hij niet
tijdens de nacht…
Louis Jeunet zou natuurlijk de politie kunnen bellen, maar een
horde politieagenten dat zijn immeuble binnenstormt, is voor Louis ondenkbaar.
Stel je voor dat ze zien hoe de mensen hier wonen, dat ze dit aangeven, dan is
Louis zijn bron van inkomsten kwijt. En bovendien huren de meesten hier contant
in de hand dus veel belastingen draagt onze Louis niet af aan zijn Franse
staat. Louis besluit zelf op onderzoek uit te gaan en op een avond, als mr Vincenzo
juist de trappen naar de vierde verdieping heeft beklommen, gaat hij hem
achterna. Hij verbergt onder zijn mantel een pistool (je weet maar nooit). Hij
wacht aan de deur, hoort Vincenzo heen en weer wandelen tot hij geluiden hoort
die van één of andere machine komen. Met de loper opent hij de deur van het
appartement en valt binnen. Vincenzo staat met open mond te kijken naar Louis Jeunet
met zijn pistool in de hand. En tegelijk kijkt Louis zijn ogen uit op wat hij
daar zien, hij ziet er zinken drukplaten, bakken met zuur, potten met verf, een
handpers, wasdraden… hij staat te kijken naar een soort van werkplaats, een
laboratorium. En aan de wasdraad hangen een aantal biljetten van 1000 francs te
drogen en ook in de drukpers zit nog een versgedrukt briefje.
Mr Vincenzo begint onder de dreiging van het wapen van Louis
meteen te bekennen. Dat hij valsmunter is, dat hij in het appartement de hele
nacht werkt om biljetten van 1000 francs te maken die hij dan in de loop van de
dag gaat verpatsen. Het hele verhaal klinkt zeer geloofwaardig en Louis bekijkt
de biljetten van heel dichtbij, hij merkt dat de nagemaakte biljetten van super
goede kwaliteit zijn… hijzelf kan onmogelijk zien dat het om valse biljetten
gaat. Mr Vincenzo is vereerd met de opmerkingen van Louis en vermeldt dat hij
trots is op zijn werk en dat hij een van de beste alsniet de beste valsmunter
is op Franse bodem. Hij zegt trouwens aan Louis dat hij het zelf mag gaan
controleren… Hij haalt de vier briefjes van 1000 francs die hangen te drogen
van de wasdraad en geeft die aan Louis. “Morgen moet je die maar proberen uit
te geven en je zult zien, niemand zal vermoeden dat het om valse gaat. En als men
één van die vier biljetten hier weigert en men u beschuldigt dat het om vals
geld gaat, wel dan betaal ik u acht echte briefjes van 1000 francs.”
De volgende dag sluit Louis zijn huurder Mr Vincenzo op in
zijn appartement en gaat de straat op. Louis heeft begrepen dat - als de
briefjes echt zo goed zijn als Vincenzo beweert – dat hij hem in zijn macht
heeft en dat hij hem kan verplichten om voor Louis Jeunet persoonlijk te gaan
werken.
Louis stapt eerst zijn sigarenverkoper binnen, een winkeltje
waar hij bijna dagelijks komt. Hij betaalt zijn sigaar van de dag met dat
briefje van 1000 francs en zegt er nog bij tegen de winkelier dat hij dat
briefje zo raar vindt, dat hij het gisteren gekregen heeft en dat hij vermoedt
dat het om een vals biljet gaat… de sigarenverkoper bekijkt het biljet maar
zegt dat hij er helemaal niets vreemds aan ziet en de sigaren worden betaald
met het briefje van 1000 francs. “Interessant” denkt Louis.
Misschien moeten we nog wat meer durven met de overige drie
briefjes. Hij stapt recht naar de Banque de France en vraagt in de bank om de
briefjes te wisselen in kleingeld… en oh ja, zegt Louis, Controleer je die
biljetten eens goed want ik heb zo de indruk dat het om valse biljetten gaat…
De man achter het loket verdwijnt even met de drie briefjes, maar komt daarna
terug met de geruststellende boodschap dat de briefjes perfect normaal zijn en
dus helemaal geldig. “Zeer interessant”, denkt Louis.
Louis keert terug naar het appartement en onderweg groeit
het plan om met Mr Vincenzo een deal te sluiten. Samen zullen ze vals geld
drukken met hopen, ze delen de winst 50/50 en mocht Vincenzo weigeren dan
dreigt hij naar de politie te gaan en hem te verlinken. Vincenzo hoort het plan
van Louis aan en gaat meteen akkoord, neen liever geen politie en ja vijftig
vijftig lijkt hem een interessant voorstel. Louis begint met pretlichtjes in
zijn ogen te vragen aan Vincenzo hoeveel van die briefjes hij elke avond kan
drukken en dan komt de ontgoocheling. Vincenzo kan maar twee biljetten maken
per avond, alles is handwerk met die handpers en de verf en het drogen en al de
rest.
“Twee biljetten” dat is toch heel wat minder dan Louis had
gedacht en gehoopt, “maar is er dan geen enkele manier waarop je meer biljetten
kan maken per avond” - “Ja, dat zou wel kunnen”, zegt Vincenzo, “maar dan heb
ik een hydraulische drukpers nodig in plaats van dit hand-toestelletje. Met zo’n
hydraulische pers kan ik per nacht minstens zo’n duizend goede biljetten maken…
Maar zo’n drukpers kost niet minder dan 10 miljoen oude Franse Francs.”
Louis Jeunet gaat terug naar zijn appartement en gaat denken
en rekenen en tellen. 500 biljetten per avond, dat is 500 000 francs per avond,
20 nachten werk dus voor het afbetalen van die pers en daarna is alles grote
winst. Louis telt ook het kleine fortuin dat hij heeft verdient met het verhuren
van het huis en met de erfenis en komt zo tot een totaal wat hij kan investeren
van 5 miljoen. Dat is nog altijd niet voldoende voor de drukpers. Hij verlaat
daarop zijn immeuble en gaat bij zijn buurvrouw, Madame Lucienne langs.
En Louis vertelt Madame Lucienne in geuren en kleuren wat de
huurder van de vierde verdieping elke nacht deed, waarom hij ’s nachts werkte
en vertelt haar ook van die plannen om een hydraulische pers te kopen… “Ik heb
alleen vijf miljoen te kort om die drukpers te betalen.” Madame Lucienne laat
zich overhalen, mr Vincenzo wordt erbij geroepen en op het tafeltje van Madame
Lucienne ligt een paar dagen later een gigantische pak geld, 5 miljoen van Louis
Jeunet en 5 miljoen van Madame Lucienne.
Vincenzo zegt: ‘Ik neem zo meteen de trein richting het
zuiden, ik ga er die pers kopen en over ongeveer twee weken ben ik terug en
kunnen we aan onze activiteit beginnen.’ Vincenzo krijgt van madame Lucienne
een reistas waarin hij de 10 miljoen oude Franse Francs onderaan verstopt.
Maar Mr Vincenzo komt niet terug, niet veertien dagen later
en ook niet een jaar later. Niemand heeft Vincenzo ooit terug gezien en ook de
10 miljoen niet.
En trouwens de vier briefjes in het appartement waren geen
foute biljetten, het waren echte wat verklaart waarom ze in de bank niet werden
geweigerd. Dus was de politie ooit binnen gevallen in het appartement van mr
Vincenzo, dan zouden ze daar geen enkel strafbaar feit kunnen vaststellen. Mr
Vincenzo heeft nooit valse biljetten gemaakt.
En Louis en Lucienne die kunnen naar hun geld fluiten want
naar de politie gaan kunnen ze ook niet. En nu al hun spaargeld in rook zagen opgaan en
grommen op de benedenverdieping van hun immeuble, kunnen ze niet vermoeden dat
mr Vincenzo ondertussen in een andere Franse stad een appartement huurt waar
hij enkel ’s nachts komt en waar hij een handdrukpers zet met daarin nog één biljet
van 1000 francs en drie andere biljetten die hij ophangt aan een wasdraad…