Rue du Chat qui Pèche - het kleinste straatje heeft een lange naam
« Rue de la Chat qui Pèche » Straat van de Kat die Vist
Het nauwste straatje van Parijs is 1.80 breed en 26 meter lang. - En het is meteen ook een van de oudste straatjes …
Ooit was de « Rue du chat qui Pèche » een vlonderpad waarover de bewoners van linkeroever konden wandelen om zonder weg te zakken in de modder tot aan de Seine te komen. In het Frans wordt dat wel eens een “jetéé” (de pier) GENOEMD (une rue qui se jete…) - Het straatje staat al op kaarten van 1540.
Later als de boorden van de Seine werden opgehoogd en met stenen verstevigd, werd de grond rond het straatje drooggelegd. En dus kon er worden gebouwd. Het steegje krijgt verschillende namen gaande van rue des Renards en ook rue des Etuves, de Stoofstraat. De stoof was een plaats waar je een bad kon nemen in warm water; In elke Middeleeuwse stad vind je stoofstraten. Het waren openbare badhuizen, niet toevallig dicht bij het water. Vaak kregen de ‘Etuves’ een bedenkelijke reputatie omdat er soms meer diensten (een warm bed) aangeboden werden dan enkel een warm bad.
Vandaag heet het straatje - « Rue du Chat qui Pèche » - Straat van de Kat die Vist – en waar die naam vandaan komt, daar bestaan heel wat theorietjes over. Wat duidelijk is, is dat hier in de straat ooit een huis was met als uithangbord ‘le chat qui Pèche’. Op een foto uit 1865 (foto van Charles Marville) is een stukje van een muurschildering te zien met de naam van die winkel, of was het een herberg, een viswinkel, een bazar? Niemand die het weet. Op de schilderij aan de muur zie je nog net een kat die aan het vissen is.
In het huis met uithangbord “le Chat qui Pèche” zou ooit een kanunnik gewoond hebben met de naam Dom Perlet, hij hield er volgens de ene versie een viswinkel, volgens de andere deed hij er aan alchemie… Maar in elke versie heeft hij een zwarte kat, een zwarte kat die aan de oever van de Seine met zijn pootje klopte op de grond waardoor de vissen werden gelokt die hij dan een voor één kon vangen… Een aantal studenten uit het quartier Latin hielden die Dom Perlet al langer in het oog en ze waren ervan overtuigd geraakt dat de zwarte kat en hijzelf één en hetzelfde wezen waren, want nooit zag je die samen. Het was duidelijk dat iemand die kon veranderen in een zwarte kat met de duivel samenspande en de studenten gooiden een jutezak over de kat, gooiden er ook nog een paar stenen in en lieten de zak zinken in de Seine. De volgende dagen was er geen spoor van Dom Perlet en van de kat… zaak opgelost, zo leek het wel. Maar een paar maanden later zat daar plots weer een kat te vissen, de kat was teruggekeerd. De studenten haastten zich terug naar de winkel van Dom Perlet en daar stond hij, alsof er nooit iets aan de hand was geweest, achter de toonbank…
Een minder spectaculaire versie brengt de naam van de straat in verband met een oude uitdrukking. “Aller voir pêcher les chats” betekende zoveel als de makkelijkste weg kiezen. In Middeleeuwse tijden werd vaak gevist met rieten fuiken waar de vissen inzwommen en niet meer terug wegraakten. Als er op die plaats heel wat fuiken in het water lagen, dan is het niet denkbeeldig dat heel wat katten daar kwamen postvatten om wat van de vis te snoepen. Als je gaat vissen waar de katten vissen, dan is de kans dat je veel vangt groot. In deze versie zou het winkeltje een bazar geweest zijn waar je een en ander op de kop kon tikken, of gewoon een viswinkel.