Zinaida Serebrjakova Lansere - van het station in Moskou via Brugge naar Parijs
aan de toilettafel - zelfportret - afbeelding Wikipedia |
19 september 1967 sterft Zinaida Serebrjakova, een Russische schilder (ook bekend als Lansere). Zij werd geboren in een familie van kunstenaars, grootvader architect, oom oprichter van een kunstenaarsvereniging (mir Iskusstva), vader beeldhouwer, broer architect. Ergens is ze ook familie van Peter Ustinov.
Hoewel dat in Rusland zeer ongewoon was, kreeg ze als meisje erkenning in de kunstwereld. Ze bezocht de keizerlijke kunstacademie, ze reisde door Europa (1902 - Italië) en studeerde in Parijs (1905-06), ze trouwt bij haar terugkeer met haar neef en krijgt vier kinderen.
Vanaf 1910 gaat haar carrière echt van start, haar werk Aan de Toilettafel wordt aangekocht door een belangrijke galerij en ze treedt toe tot kunstenaarsverenigingen (vooral rond symbolistische kunst). Ze krijgt ook overheidsopdrachten van het toen nog keizerlijke Rusland (in 1916 decoreert ze een van de Moskouse stations: het Kazanstation).
Zelfportret met Sjaal - 1911 - afbeelding Wikipedia |
de Baadsters - 1913 - afbeelding Wikipedia |
Maar in 1917 keert het tij in Rusland en ook in het leven van deze kunstenares; haar man vecht tegen de communisten en bolsjewieken en raakt zo in de gevangenis waar hij sterft aan typhus in 1919. Serebrjakova moet werken om haar kinderen te onderhouden nadat al hun bezittingen worden aangeslagen. Ze probeert nog te tekenen en te schilderen maar olieverf is te duur en dus schakelt ze over op houtskool en potlood. Bovendien weigert ze in de trant van de nieuwe machthebbers te schilderen en te tekenen, de futuristische communistische propagandatekeningen zijn niets voor haar.
Ze gaat uiteindelijk aan de slag in het archeologisch museum waar ze archeologisch vondsten moet tekenen (om te catalogeren). In december 1920 verhuist ze naar Petrograd bij haar grootvader waar ze terug op krachten komt en weer begint te tekenen. De burgeroorlog woedt ondertussen volop, er is honger in de stad en ze denkt er aan om met haar kinderen te emigreren naar Parijs. Als ze in 1924 de opdracht krijgt om schilderijen te maken voor een theater in Parijs lijkt dit haar grote kans om de verhuis en de komst van haar kinderen voor te bereiden. Als dit klaar is wil ze terug naar Rusland om haar kinderen en haar moeder op te halen, maar de toegang tot het land wordt haar ontzegd. Uiteindelijk zullen enkel haar twee jongste kinderen later bij hun moeder terugkeren en zal zij haar familie en haar vaderland niet meteen terugzien.
Ze blijft in Parijs wonen, schildert er veel en laat zich inspireren door haar reizen die ze maakt op kosten van de Brugse zakenman Jean de Brouwer, actief in de Gentse Floraliën, Belgische energiebedrijven (gas en elektriciteit), maar ook in de rederij die de visserij in Congo in handen heeft en een aantal immobilienprojecten in Casablanca en de rest van Marokko. Hij vraagt zijn Russische vriendin om te gaan schilderen in Marokko. Ze trekt ook regelmatig naar Bretagne, het klimaat doet haar terugdenken aan Sint Petersburg.
Na de dood van Stalin (1946) neemt ze terug contact met haar Russische familie. Haar Russische dochter organiseert een retrospectieve van haar werk in 1960 en hiervoor keert Zinaida eenmalig terug naar Rusland. In haar werk wordt ze vooral geroemd om haar vrouwenportretten al blijkt ze nog veel meer te kunnen als je kijkt naar haar landschappen en groepen met vrouwen.
Ze sterft in Parijs op 19 september 1967 en werd begraven op de Russische begraafplaats van Saint Geneviève du Bois, samen met heel wat andere verjaagde Russen
de Oogst - afbeelding Wikipedia |