Rue du Croissant(2de arr)
Reeds vermeld vanaf 1612,waarschijnlijk zo vernoemd naar een uithangbord van een halve maan en gelegen langs het kerkhof St. Joseph(verdwenen anno 1796),ooit de eerste begraafplaats van Molière en de moeder van W.A.Mozart.
Vroeger een zeer bruisende straat waar vooral pers en uitgeverijen de dienst uitmaakten,maar heden rest daar weinig zichtbaars nog over.Balzac was een habitué in het straatbeeld en Le Café du Croissant de ontmoetingsplek van al wie daar rond verbleef.Dit café,nu “bistro du croissant” was op 31 juli 1914 het plaats delict van de moord op Jean Jaurès,de socialist die onvermoeibaar tegen de eerste W.O. pleitte.
Eenmaal op het eind van de straat komt men in de Rue du Sentier en loop je a.h.w. recht in het “Maison Mozart” waar de componist als prille twintiger met zijn moeder verbleef gedurende enkele maanden,tevergeefs wachtend op een ontmoeting met koningin Marie Antoinette.
NB:op fb-pagina Parijsk&Franske ook een mooie bijlage van Ludovik (juli 2021) hierover.
Zoals eerder aangegeven stierf mama Mozart in 1778 in dit huis en werd begraven in op het bijliggende kerkhof St.Joseph.
Anna Maria Mozart stierf aan koorts op 3 juli 1778, rue du Gros-Chenet (rue du Sentier). Haar begrafenis vond plaats in de Saint-Eustache-kerk in Parijs in aanwezigheid van haar zoon, en haar lichaam werd begraven op de Saint-Joseph-begraafplaats. Het parochieregister van Saint-Eustache geeft aan: Op deze dag werd Marie-Anne Pertl, 57 jaar oud, echtgenote van Léopold Mozart, koordirigent in Salzburg, Beieren, die gisteren stierf in de rue du Groschenet, begraven op de begraafplaats in aanwezigheid van Wolfgang Amédée Mozart, haar zoon, en van François Heine, trompettist in de lichte cavalerie van de Koninklijke Garde, een vriend. Het graf van Anna Maria Pertl bestaat niet meer op de kleine begraafplaats van Saint-Eustache, maar in 1953 werd er een gedenkplaat aangebracht .
Uitsmijtertje:
Colette Renard heeft dit straatje vereeuwigd in een chanson:”Rue du croissant” in 1960.
Tekst:
Rue du croissant
C' qu'on a pu rigoler
Qu'est-ce qu'on s'en est payé
Quand on avait dix ans
Rue du Croissant
Qu'est-ce qu'on a pu casser
Comme carreaux dans l' quartier
C' qu'on a fait comme boucan
Rue du Croissant
C' qu'on a pu en tirer
Des sonnettes, des pieds d' nez
À tous les honnêtes gens
Rue du Croissant
C' qu'on a pu ramasser
Comme claques et comme volées
On en parlera longtemps
Longtemps
Qu'est-ce qu'on a pu s'aimer
Qu'est-ce qu'on s'en est payé
Quand on avait quinze ans
Rue du Croissant
Y avait pas d' marronniers
Ni d'oiseaux pour chanter
Nos amours de printemps
Rue du Croissant
Mais qu'est-ce qu'on s'est aimé
Qu'est-ce qu'on a pu rêver
Au milieu des passants
Rue du Croissant
Moi, j' peux pas oublier
Le plus p'tit des pavés
Ça fait pourtant longtemps
Longtemps
Qu'est-ce que j'ai pu pleurer
L' jour où tu m'as quittée
Pour faire ton régiment
J'avais vingt ans
Qu'est-ce que j'ai pu guetter
L'arrivée du courrier
Tu m'oubliais sûrement
Rue du Croissant
Qu'est-ce que j'ai pu pleurer
Le jour où j'ai retrouvé
Tes yeux indifférents
Rue du Croissant
C' que la vie peut changer
C' qu'on avait rigolé
C' qu'on avait pu s'aimer
Et pour ne plus jamais pleurer
J'ai mis longtemps, longtemps
Longtemps
afb.:wikimedia